DOTSCHY REINHARDT - CHAPLIN’S SECRET

Voor mij was de voornaam van Dotschy Reinhardt onbekend, de familienaam was dat vanzelfsprekend veel minder en enig speurwerk op het wereldwijde web leert mij dat de jonge vrouw inderdaad familiebanden heeft met de grote Django: de Reinhardts zijn een clan, die deel uitmaakt van de Roma, die we hier nogal neerbuigend zigeuners noemen. Da’s gegeven nummer 1 van deze plaat en nummer 2 is een brief, die Victoria, de dochter van Charlie Chaplin in de nachtkastla van haar in 1977 overleden vader vond. In die brief liet Jack Hill, een leeuwentemmer, aan Chaplin weten dat hijzelf en Chaplin’s moeder beiden geboren waren in de woonwagen van een zigeunerkoningin in Black Patch in Smethwick. Dat verder onooglijke Black Patch was een verzamelplaats voor Roma en Shinti en dus ontdekte Chaplin via die brief dat zijn overleden mama niet alleen circusartieste was geweest, maar dat zij -en dus ook hijzelf- zigeunerbloed door de aderen had stromen. De link tussen nummer 1 en nummer 2 is nu makkelijk te leggen: Dotschy Reinhardt is niet alleen zangeres en schrijfster, ze is ook een heel militante mensenrechtenactiviste, die zich in het bijzonder om het lot van de Roma en de Shinti bekommert, twee groepen die van oudsher blootgesteld werden aan de meest grove schendingen van die mensenrechten.

Reinhardt grijpt dit geheim van Chaplin aan om van deze plaat een eerbetoon aan haar rolmodellen, roots en invloeden te maken. Die beginnen uiteraard bij de grote Django, bij wiens “Django’s Tiger” ze een tekst schreef en ze vervolgt met een eigen bossanova nummer, “Romanes”, waarin ze haar volk oproept om zijn eigen taal, het Romanes, te blijven spreken en zingen, omdat die taal anders zou kunnen uitsterven. Ook de grote Amerikaanse standards worden niet geschuwd: zo is er van Walter Donaldson “After I Say I’m Sorry”, één van de vele onsterfelijke nummers die hij schreef en dat opgenomen werd door zowel Josephine Baker, Ella Fitzgerald, Dean Martin, Benny Goodman als Nat King Cole. Ook Otto Cesana wordt eer bewezen, via een ultra swingende versie van zijn “Here Goes”. Van die swing is het een kleine stap naar Bucky Pizzarelli, wiens zoon John een van de toonaangevende gitaristen van zijn gitaristen van vandaag is. John is bekend om zijn veelzijdigheid en vanwege zijn totaal gebrek aan respect voor muzikale grenzen. Dat hij van grote invloed is op Dotschy valt te begrijpen, net als het feit dat zij zijn “Da Vinci’s Eyes” covert, een song in de traditie van de groten uit de Amerikaanse songschrijverij. Op die manier komen we aardig in de buurt van Sinatra als Chaplin en na nog eens drie eigen composities van Dotschy zelf, waarvan eentje “Chaplin’s Secret” heet en een ander “Where’s Django?”. In dat laatste wordt de beroemde scene beschreven, waarin band en publiek in de Salle Pleyel in Parijs op Django aan het wachten zijn, maar niemand hem kan vinden. Uiteindelijk komt hij een tikkeltje te laat, toch opdagen, zich totaal van geen kwaad bewust….

Helemaal Chaplin wordt het met “Swing Little Girl”, waarvoor hij zowel de tekst als de muziek schreef en onderweg passeren we nog in Brazilië voor “Carnaval No Rio” van Djavan en houden we halt bij de Japanse pianist Yutaka Yokokura, wiens “Brazasia” een heerlijke versie meekrijgt. Alles samen levert dat een klein uurtje erg aangename luisterjazz op, waarvan de variatie, de sterke zangprestaties van Dotschy én niet te vergeten, een uitmuntende schare begeleidende muzikanten opvallen. Ik denk dat we dit in een vorig leven onder “easy listening” geklasseerd zouden hebben en dat is het ook: een heerlijke plaat, die je een uur onversneden luisterplezier oplevert.

(Dani Heyvaert)

 

 

Artiest info
   
 

Label: Galileo Music Communication

video